Promotietips

Leve de nieuwe oogst

Dankbaarheid en blijdschap tijdens kermis en oogstfeesten

Promotietips 17 januari 2019

Het is oogsttijd in Nederland. Noten, appels, peren en graan zijn klaar om geraapt, geplukt of gedorst te worden. Vroeger ging de oogst in ­Nederland gepaard met veel vertier. Men organiseerde oogstfeesten op het land of genoot uitbundig van de bij de oogst behorende kermis.

Aan het einde van de zomer worden veel gewassen geoogst. De zomerzon heeft haar best gedaan en mooi gekleurde, rijpe appels en peren kunnen in september en oktober worden geplukt. Diverse graansoorten zijn in Nederland al in augustus van de akkers gehaald. Oogsten is in ons land lange tijd vergezeld gegaan van grote, uitbundige volksfeesten. Zodra het graan in de schuur was geborgen, vond men het wel tijd voor een verzetje. Daarom is in veel plaatsen de kermis lange tijd verbonden geweest met de oogst.

Rijstebrij
De kermis was voor veel mensen hét moment van het jaar om eens even heerlijk uit de band te springen. Iedere stad en elk dorp in Nederland kende wel een kermis, die één tot meerdere dagen kon duren. Tijdens deze kermis werd vaak ontstellend veel gegeten en gedronken. Families kwamen van heinde en ver bij elkaar en gingen gezamenlijk aan tafel. Daarop ontbraken nooit de grote, platte schalen rijstebrij met saffraan en kaneelstokken, mooi geel gemaakt en dik met suiker bestrooid. Ook vlaaien hoorden echt bij de kermis, net als stokvis met aardappelen.

Kermisgebak
De plaatselijke suiker-, pastei- en banketbakkers zetten tijdens de kermis eveneens hun beste beentje voor. Men kon er bijvoorbeeld genieten van in eieren geweekt brood, Spaanse pap en wafels. Trommels en dozen waren tot de rand toe gevuld met pasteitjes, letters, marsepein, kruidkoeken, zoete erwten en koeken gevuld met sukade, rozijnen en krenten. Bijna iedere kermis in Nederland had zijn eigen kermiskoek. Zo kende men in Zuid-Holland de knapkoek, in Delft de Bijbelkoek en Delftse jaapmaatjes en in Brielle de jaarkoek.

Oogstfeesten
Ook tijdens oogstfeesten stonden bijzondere brood- en banketgerechten centraal. In Twente werden stoppelhanen gebakken ter ere van het binnenhalen van de oogst: broodhaantjes op een krans van brood. In Zeeland werden speciale ovenkoeken gebakken van het nieuwe meel. Meestal waren dat ongevormde kluiten deeg, die in de oven vóór het vuur werden gebakken. In sommige Zeeuwse plaatsen maakte men deze koeken in hartvorm. Ze werden hoe dan ook opgediend met boter, suiker en zwarte siroop en met flinke hoeveelheden bier. Uit Drenthe kennen we het jaarmarktbrood: een brood gebakken van de nieuwe roggeoogst en gezamenlijk genuttigd door iedereen die betrokken was bij de oogst. De nieuwe oogst was aanleiding voor dankbaarheid en blijdschap. En die emoties gaan al eeuwenlang vergezeld van iets lekkers uit de oven!

Noten oogsten
Walnoten komen vaak uit de Verenigde Staten, Frankrijk of Italië. Maar ze gedijen ook prima op Hollandse bodem. Daarom kiezen diverse (banket)bakkers als het kan voor de lokale herkomst van hun (wal)noten. Walnoten kun je op twee momenten in het jaar oogsten (vaak in het wild, want walnotenbomen staan door heel Nederland en vaak op openbaar terrein): vóór 21 juni of in het najaar, vanaf medio oktober. Als je in juni plukt, is de schil nog groen en zacht. Van groene walnoten kun je onder andere likeur maken. In oktober is het niet plukken, maar rapen; de walnoten zijn dan rijp en vallen van de boom. Wie een boom in eigen tuin plant, is meteen verlost van muggen en andere insecten. Die vinden de notenboom namelijk stinken.
Zomer- en wintertarwe
Er bestaat zomer- en wintertarwe. Wintertarwe wordt in het najaar gezaaid, tussen oktober en december. Zomertarwe wordt in het voorjaar gezaaid, tussen januari en maart. Beide soorten worden in de zomermaanden geoogst. Over het algemeen heeft wintertarwe hogere opbrengsten, omdat het langer de tijd heeft om te groeien.