Krachtvoer tijdens feestdagen
Diverse delen van ons land veranderen in één grote, hossende menigte rondom carnaval of Koningsdag. Dat kost energie! Heb jij wellicht te kort geslapen of iets te diep in het glaasje gekeken? De producten van je ambachtelijke bakker helpen je weer op gang!
Al eeuwenlang maken mensen voor feesten speciale lekkernijen. Maar om in februari drie dagen lang feesten, bier drinken en optochten lopen te overleven heb je veel energie nodig. Van oudsher moest de proviand tijdens carnaval, dat toch vooral op straat wordt gevierd, gemakkelijk mee te nemen zijn. Ambachtelijke bakkers boden de oplossing: stevige koeken, zoete broodjes en hartige snacks.
Roggebrood: voor de stevige trek!
Nog zo’n typische carnavalslekkernij: roggebrood met spek en ei. Kan ingepakt zo mee de optocht in. Wist je dat roggebrood per streek anders is? Zuidelijk roggebrood is minder zoet, lichter van kleur en vaster van structuur. Dit komt doordat de bakkers onder de rivieren er naast rogge ook tarwemeel in verwerken.
Nonnevotten en worstenbroodjes
Nonnevotten zijn dé traditionele carnavalsbroodjes. Manden vol gaan er mee de praalwagens op en er zijn ambachtelijke bakkers die duizenden nonnevotten per carnavalsviering bakken. Vaak begint dat al rond 11 november, de start van het carnavalsseizoen. Het is van oudsher Prins Carnaval die de donutachtige, gesuikerde broodjes in strikvorm uitdeelt: zo helpt hij zijn volk om carnaval door te komen. Echte nonnevotten hebben een goed hengsel en een mooie slinger; soms twee. Het deeg wordt gemaakt van meel, gist, melk, zout, boter, basterdsuiker en zonnebloemolie of reuzel. Dit wordt vervolgens gefrituurd in olie. Een nonnevot hapt heerlijk weg en zit vol koolhydraten, vetstoffen en suiker. Zo kun je er weer een paar uurtjes tegenaan! Natuurlijk vinden ook worstenbroodjes, de bekendste broodspecialiteit van Brabant, tijdens carnaval gretig aftrek. Het broodje kan zowel warm als koud worden gegeten. Voor de vulling heeft elke ambachtelijke bakker zijn eigen recept. Sommige bakkers experimenteren met bijzondere smaken, zoals saté- of gyroskruiden door het gehakt. Een enkeling bakt volkoren worstenbroodjes, maar de variant van witbrooddeeg met meestal half-om-half gehakt is veruit het meest populair.
Tompouce
Hoewel je er met een kleine kater van de nacht ervoor wellicht niet aan moet denken, is Koningsdag in Nederland niet compleet zonder tompouce. Je ambachtelijke bakker bakt de allerlekkerste: met echte gele room, wellicht een beetje slagroom en natuurlijk oranje glazuur bovenop. Gele room wordt gemaakt van melk, eierdooiers, suiker, bloem en een vanillestokje. Het wordt ook wel banketbakkersroom of crème pâtissière genoemd en vormt de basis van veel producten in de banketbakkerij. Soms gebruikt de banketbakker Zwitserse room in zijn producten. Dit is gele room vermengd met slagroom. Meestal gaat het om gelijke delen slagroom en gele room.
Carnaval gaat vooraf aan de sobere veertigdagentijd, waarin met mate wordt gegeten en gedronken. Na de vette dinsdag van carnaval begint om middernacht de vastentijd: veertig dagen tot aan Pasen. Vanuit katholieke overtuiging wordt dit gedaan ter nagedachtenis aan de veertig dagen die Jezus Christus verbleef in de woestijn. Omdat men tijdens carnaval nog één keer uitgebreid kan eten en drinken, wordt het vaak een waar smulfestijn. Met een glansrol voor de bakker.