Nonnevotten
Carnaval staat voor de deur! Daarbij hoort een typisch Limburgs product in een ietwat merkwaardige vorm. Deze zou verwijzen naar het achtereind van een varken óf naar de billen van een kloosterzuster. Hoe dan ook: het Limburgse carnaval is niet compleet zonder nonnevotten.
Een nonnevot is een zoet, donutachtig broodje in de vorm van een lus met een losse knoop. Het deeg wordt gemaakt van meel, gist, melk, zout, boter, basterdsuiker en zonnebloemolie of reuzel. Dit wordt vervolgens gefrituurd in olie. Van origine komt de nonnevot uit Sittard. Het broodje wordt in Limburg veel tijdens carnaval of met nieuwjaar gegeten. De verkoop begint meestal vanaf 11 november, de start van het carnavalsseizoen. Omdat nonnevotten echter zó worden gewaardeerd, bakken veel Limburgse bakkers ze het hele jaar door.
Carnaval gaat vooraf aan de sobere veertigdagentijd, waarin met mate wordt gegeten en gedronken. Na de vette dinsdag van carnaval begint om middernacht de vastentijd: veertig dagen tot aan Pasen. Vanuit katholieke overtuiging wordt dit gedaan ter nagedachtenis aan de veertig dagen die Jezus Christus verbleef in de woestijn. Omdat men tijdens carnaval nog één keer uitgebreid kan eten en drinken, wordt het vaak een waar smulfestijn. Met een glansrol voor de bakker.
Vastelaovend
Tijdens ‘Vastelaovend’ ofwel carnaval wordt er in Limburg flink gefeest en gehost. Dat betekent dat er ook goed gegeten en gedronken moet worden. Nou zit het met dat drinken meestal wel goed. Om een stevige bodem te leggen en voldoende uithoudingsvermogen op te bouwen om nachtenlang te kunnen doorfeesten, bieden Limburgse bakkers diverse carnavalsspecialiteiten aan. Nonnevotten happen heerlijk weg en zitten boordevol koolhydraten, vetstoffen en suiker. Zo kun je er gemakkelijk weer een paar uurtjes tegenaan!
Nonnevotten worden vaak met manden vol meegenomen op praalwagens, net als snoepgoed en kleine speelgoedjes. Het is Prins Carnaval die alles ‘uitgooit’, de hele optocht lang. Zo helpt hij zijn volk om carnaval door te komen. En met het lekkers van de ambachtelijke bakker overleef je alles!
Nonnevotten zijn al heel oud. In 1676 werden ze aangeboden aan Franse bevelhebbers die de stad Sittard wilden innemen. Waar de naam precies vandaan komt, is onduidelijk. Ze kunnen zijn vernoemd naar de zusters Franciscanessen, die tussen 1600 en 1700 frituurgebak gaven aan mensen die lompen en vodden voor de armen brachten. Een andere verklaring luidt dat de naam verwijst naar de strik die nonnen vroeger op hun achterwerk (ofwel, in het Limburgs: ‘oppe vot’) droegen.