Ingredienten

Wat je altijd al wilde (w)eten…

Hoeveel kilo brood eet een gemiddelde Nederlander per jaar? Hoeveel calorieën zitten daarin? Hoeveel boterhammen hoor je eigenlijk op een dag te eten? Wat zijn gluten? En wat is het verschil tussen gist en desem? Kortom: alles wat je altijd al wilde weten over brood!

Ingredienten 17 januari 2019

Brood is een ­belangrijke bron van ijzer en jodium

Verbruik per persoon
In Nederland eten we per persoon per jaar gemiddeld zo’n 50,9 kilogram brood, zowel thuis als buitenshuis. Omdat één sneetje brood circa 35 gram weegt, eten we gemiddeld per dag ongeveer vier sneetjes brood per persoon (140 gram).

Volgens de aanbevelingen van het Voedings­­centrum ligt onze huidige broodconsumptie te laag. Wie meer brood eet dan vier ­sneetjes per dag, krijgt namelijk op een heel natuurlijke manier meer voedings­vezels, vitamines en andere ­belangrijke voedingsstoffen binnen. Het Voedings­centrum adviseert volwassen mannen om zes tot acht sneetjes brood per dag te eten; volwassen vrouwen wordt aangeraden om vier tot vijf boterhammen per dag te eten.

Na de Tweede Wereldoorlog lag het broodverbruik per persoon per jaar in Nederland ver boven de tachtig kilo. De daling die in de afgelopen jaren heeft doorgezet, is voor een deel te verklaren door het grote aanbod aan andere ­levensmiddelen, ­bijvoorbeeld alternatieve ontbijtproducten.

Gluten
Gluten is een eiwit dat voorkomt in ­granen als tarwe, rogge, gerst en spelt. Mede dankzij gluten krijgt brood volume en structuur. Gluteneiwitten zorgen ­namelijk voor een sterk, elastisch netwerk in het deeg, dat gasbellen vasthoudt tijdens het rijzen en bakken. Zonder gluten wordt brood compact en brokkelig en ­levert eerder een soort platte cake dan een mooi gerezen brood op.

Kinderen
Kinderen kunnen al heel vroeg beginnen met brood eten. Vanaf het moment dat ze ongeveer zes maanden oud zijn, mag je ze een boterham voorzetten. Wanneer het kind een jaar of ouder is, kan het dagelijks twee broodmaaltijden gebruiken.

Voedingswaarde
Calorieën in brood zijn voor zestig tot tachtig procent afkomstig uit koolhydraten. Afhankelijk van het soort brood komen de overige calorieën uit eiwitten (15-20%) en vetten (5-20%). Je hebt minimaal vijftig tot honderd gram koolhydraten per dag nodig om je hersenen en je zenuwstelsel goed te laten werken. Eén gram koolhydraten levert vier kcal (17 kJ). De hoeveelheid ­calorieën die een broodmaaltijd bevat, hangt zeer sterk af van je belegkeuze.

Desem
Brood krijgt haar luchtige structuur doordat het deeg rijst. Meestal zorgt gist hiervoor. Een aantal broodsoorten kent een natuurlijk gistmiddel: desem. Desem is een verzuurd ­beslag van water en bloem. Door dit mengsel een paar dagen te laten staan, treedt ­fermentatie op. De melkzuurbacteriën van de bloem ontwikkelen zich, waardoor een ­natuurlijk gistingsproces op gang komt. Doordat de rijstijd van deeg met desem vele malen langer is, wordt het brood malser en voller van smaak. Desembrood heeft vaak een krokante korst en een stevige kruim.

IJzer
Brood is een belangrijke bron van ijzer. Maar liefst 22 procent van het ijzer dat we binnenkrijgen, is afkomstig uit brood. ­IJzer zorgt voor het vervoer van zuurstof in ons bloed. IJzer maakt ook deel uit van enkele enzymen. Wie lange tijd te weinig ijzer binnenkrijgt, kan bloedarmoede ­krijgen.

Suiker
Het meeste brood bevat 0,7 tot 1,2 gram suiker per boterham. Deze suiker zit van nature in het meel van het graan waarvan het brood wordt gemaakt. Ter vergelijking: de jam die je op een boterham smeert, ­bevat 18,6 gram suiker. Al met al bevat brood van zichzelf dus heel weinig suiker.

Een gewoon sneetje brood bevat ongeveer één gram vet

Jodium
Brood eten is belangrijk om voldoende ­jodium binnen te krijgen. Negentig procent van alle bakkers in Nederland gebruikt ­jodium verrijkt zout voor het bakken van brood. Dit doen zij op verzoek van het ­Ministerie van Volksgezondheid, dat wil voorkomen dat mensen een tekort aan ­jodium krijgen. ­Jodium zit namelijk maar in heel weinig voedingsmiddelen die wij in Nederland ­regelmatig eten. Bij een te lage jodium­inname kan een vergroting van de ­schildklier ontstaan. Bij kinderen kan het tekort zorgen voor groeiachterstand en een verminderd leervermogen.