Bakwerk

Waar of niet waar? (Bakwerk decemberspecial 2020)

Hoeveel weet jij van brood, koekjes, krentenbrood en alle andere lekkere (december)producten die jouw ambachtelijke bakker maakt? Beantwoord de stellingen op deze bladzijdes met ‘waar’ of ‘niet waar’, draai je boek om en check of jij het goed hebt!

Bakwerk 21 oktober 2020

Taaitaai is lekker knapperig.
NIET WAAR. Taaitaai wordt gemaakt van bloem, speculaaskruiden, honing, anijs, kruidnagel, bakpoeder en stroop. Hiermee lijkt de koek op speculaas, maar hij is zachter en – zoals de naam al aangeeft – taai. Taaitaai is niet bros zoals speculaas. Je moet er juist behoorlijk aan trekken om een hap te kunnen nemen. Taaitaai wordt meestal in de vorm van figuren gebakken. Vaak stelt het figuurtje Sinterklaas voor of één van zijn pieten.

Een boterletter heeft vaak de vorm van een L.
NIET WAAR. De keuze voor de letters die je bakker graag bakt, heeft vooral een baktechnische achtergrond. Alleen letters die bestaan uit één vloeiende lijn blijven gegarandeerd heel tijdens het bakken. Letters met tussenstreepjes, zoals een H of een A, vallen hierdoor af: die tussenstreepjes blijven namelijk niet vastzitten. Sommige letters, zoals de L, bestaan wel uit één lijn maar worden toch niet vaak gemaakt. Dit komt omdat ze een doos niet goed opvullen. Hierdoor is de krans groot dat de letter breekt op weg naar huis.

Wil jij weten hoe je ambachtelijke bakker roomboter amandelstaven maakt? Bekijk dan dit filmpje.

Een pepernoot smaakt naar taaitaai.
WAAR. Pepernoten worden gemaakt van hetzelfde deeg als taaitaai. Het deeg wordt bereid van roggemeel en vermengd met een beetje anijs. Het resultaat is een vierkant dobbelsteentje van peperkoek met een anijsachtige smaak. Pepernoten zijn dus niet hetzelfde als kruidnoten. Kruidnoten zijn het brosse broertje van pepernoten: deze worden gemaakt met speculaaskruiden – en smaken dus ook heel anders!

Marsepein wordt gemaakt van amandelen.
WAAR. Een banketbakker gebruikt twee delen amandelen en één deel suiker om marsepein te maken. Soms maakt hij marsepein van de helft amandelen en de helft suiker. De marsepein is dan fijner van structuur en bijvoorbeeld goed te gebruiken voor het maken van figuurtjes of decoraties.

Het beslag van oliebollen moet koud zijn voor het bakken.
NIET WAAR. Het beslag van oliebollen moet ongeveer 27 °C zijn, zodra je wilt gaan bakken. Om de mooiste oliebollen te bakken, moet de vulling, bijvoorbeeld van rozijnen, krenten of appel, dezelfde temperatuur hebben als het beslag. Tijdens het bakken mag het beslag niet afkoelen. Ook de kwaliteit van de olie waarin de bollen worden gebakken is van groot belang. Deze moet de juiste en ook een constante temperatuur hebben van rond de 175 °C.

Wil jij weten hoe je bakker oliebollen maakt? Bekijk dan dit filmpje.

Een pure chocoladeletter kun je jarenlang bewaren.
WAAR. Hoe hoger het percentage cacao in chocolade, hoe langer de chocolade houdbaar is. Pure chocolade is na acht of tien jaar nog steeds niet bedorven. Daarom vormt pure chocolade ook vaak een onderdeel van noodrantsoenen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zat pure chocolade in Noodrantsoen D: een caloriebom voor noodgevallen. Kun jij je letter zolang bewaren?

Wist jij dat?
Als je een kerststol aansnijdt, kun je het beste eerst een (lekker groot!) sneetje uit het midden snijden. Daarna kun je de twee helften namelijk weer tegen elkaar aanleggen. Zo voorkom je dat het kerstbrood uitdroogt. Zelf zien hoe je ambachtelijke bakker kerststollen bereid? Bekijk dan dit filmpje!

Wist jij dat?
Voor heerlijke toetjes in december kun je zeker ook bij je bakker terecht. Hij maakt niet alleen de lekkerste taarten of mooie desserts in een glas, hij kan ook de beste ijstaarten maken. Verkoopt jouw bakker zelfgemaakt ijs in de zomer? Dan is de kans heel groot dat hij in december opnieuw de ijsmachines aanzet. Vraag er maar eens naar!

Wist jij dat?
Als je straks aan het kerstdiner zit en er brood op tafel staat, vind je soms naast jouw bord een kleiner bordje met een botermesje daarop. Het is de bedoeling dat je het brood met je handen breekt (niet afsnijden!) en dat je vervolgens het botermesje gebruikt om er boter op te smeren. Smeer nooit meteen een hele boterham, maar doe dit in kleine stukjes. Als je met het brood een beetje saus of jus van je bord wilt deppen, doe je dat niet met je handen maar prik je een stukje brood even aan je vork. Zo heurt dat!