Stichting Ambachtelijke Bakkerij

Blog Archives

Wat je altijd al wilde (w)eten…

Bakkerij

Hoeveel kilo brood eet een gemiddelde Nederlander per jaar? Hoeveel calorieën zitten daarin? Hoeveel boterhammen hoor je eigenlijk op een dag te eten? Wat zijn gluten? En wat is het verschil tussen gist en desem? Kortom: alles wat je altijd al wilde weten over brood!

Hoe ontstaat je boterham?

Boterham

Naast meel, water, zout en gist kent een ambachtelijk brood nog een aantal belangrijke ingrediënten. Deeg krijgt bijvoorbeeld tijd, zodat het goed kan rijpen en rusten. Op die manier komen de aroma’s die van nature in granen zitten optimaal tot ontwikkeling. Bovendien bevat een ambachtelijke boterham de liefde en het vakmanschap van jouw favoriete bakker.

Graan

Graan

Brood: is een belangrijke bron van voedingsstoffen. Water, gist of desem, een snufje zout en natuurlijk meel. Meer heeft de ambachtelijke bakker niet nodig om een brood te bakken. Het meel dat hij gebruikt, wordt gemalen van uiteenlopende graansoorten. Hierdoor smaken alle broden ­anders en kennen elk hun eigen voedingswaarde. Brood van je ­ambachtelijke bakker: lekker, gezond en gevarieerd!

Gewoon graan

Allergenen

Graan is de verzamelnaam voor de zaden van grassen. Tarwe is een graan, maar dat geldt ook voor bijvoorbeeld rijst, gerst, ­haver en rogge. Van granen worden graanproducten ­gemaakt zoals bloem, couscous, pasta en natuurlijk brood. ­Volkoren graanproducten zijn in iedere vorm het meest gezond.

Gezond met gluten

Gluten

Glutenvrij eten kan zorgen voor een eenzijdig ­voedingspatroon. Bij een gezond lichaam hoort goede voeding. Betekent dat dat je beter voor glutenvrije producten kunt kiezen? Voor ruim negentig procent van de bevolking luidt het antwoord: nee. Er is geen enkel wetenschappelijk bewijs voor het feit dat glutenvrij eten voor deze overgrote meerderheid gezonder zou zijn.

Van tijger tot casino

Volkoren

In Nederland eten we per ­persoon ongeveer 50,9 kilogram brood per jaar. Dit omvat al het brood dat ­zowel thuis als buitenshuis wordt gegeten. Omgerekend is dat zo’n honderdveertig gram brood per dag: ongeveer vier sneetjes. Volkorenbrood is ons favoriete brood, ­gevolgd door meergranen- en tarwebrood. Maar waar komen eigenlijk al die leuke benamingen voor onze broodsoorten vandaan?

Geen turbotarwe maar slowbrood

Desem

In een maatschappij die steeds sneller opereert, meer informatie dan ooit aanbiedt en het uiterste van mensen vraagt, klinkt in ­toenemende mate de wens om het langzamer aan te doen. Mensen snakken naar tijd en rust. Ambachtelijke bakkers kijken daar niet vreemd van op. Zij weten al eeuwenlang dat tijd het belangrijkste ingrediënt is voor het beste eindproduct!

Brood past bij sportieve levensstijl

Brood sport

Brood zorgt voor de broodnodige koolhydraten, eiwitten, vitamines, mineralen en vezels in onze voeding. Die zijn ook voor sporters heel belangrijk. Met brood kun je volop variëren en het is gemakkelijk mee te nemen: naar het werk, of in de sporttas. Brood past dus uitstekend bij een gezonde, actieve en sportieve levensstijl.

Brood, wat zit daarin?

Volkoren

Er wordt momenteel enorm veel gezegd en geschreven over brood. Over wat erin zit, maar ook over wat het met je doet. Het lijkt wel alsof iedereen er ineens verstand van heeft! Bij even doorvragen blijkt het allemaal nog niet zo eenvoudig te zijn. Tijd voor hapklare antwoorden op de meest opzienbarende uitspraken in de media.

Alles over vezels

Vezels

Wat zijn voedingsvezels? Een volkoren boterham of een ­plakje roggebrood zitten boordevol voedingsvezels. Maar wat zijn dit nou eigenlijk precies? Voedings­vezels zijn koolhydraten die niet in onze dunne darm worden ­verteerd. We onderscheiden twee verschillende soorten voedings­vezels: fermenteerbare vezels en niet-fermenteerbare vezels. Deze hebben in ons lichaam een verschillende functie. Fermenteerbare ­vezels, die door bacteriën in onze darmen worden bewerkt, houden de massa in onze darmen soepel. Zo bevorderen zij de stoelgang. De stoffen die tijdens de fermen­tatie vrijkomen, houden de massa niet alleen soepel maar dienen ook als voedsel voor de ‘goede’ bacteriën in onze darmen. Deze bacteriën ­zorgen ervoor dat ziekteverwekkers geen kans krijgen en leveren ­zodoende een bijdrage aan een ­goede afweer.