Banket

Limburgse vlaai

Iedere streek in Nederland kent haar eigen lekkernijen. De ambachtelijke bakker speelt bij de productie daarvan vaak een toonaangevende rol.

Banket 11 januari 2019

De Limburgse vlaai
Op Limburgse hoogtijdagen ontbreekt de vlaai zelden of nooit. Gevuld met vruchten, pudding of rijst. Afgewerkt met latjes, kruimels of een deksel van deeg of simpelweg bestrooid met (poeder)suiker. Vlaai hoort bij Limburg zoals oliebollen bij Oudjaar.

In vroeger tijden hoorde Limburgse vlaai bij feestdagen zoals kermis of een bruiloft. Ook zijn vlaaien lange tijd speciaal rondom Pasen gebakken. Tegenwoordig eet men in Limburg en ver daarbuiten vlaaien wanneer dat zo uitkomt. Ze zijn er immers in alle soorten en maten! Het bakken van vlaaien laten de meeste Limburgers vanwege het bewerkelijke proces graag aan de ambachtelijke bakker over.

Een Limburgse vlaai is een vlaai die in zijn geheel is gebakken. Moderne varianten met bijvoorbeeld bavaroises zijn niet geheel gebakken en mogen deze titel dus niet dragen.

Een Limburgse vlaai bestaat uit een platte bodem van deeg (meestal met een diameter van 27 tot 30 centimeter) met opstaande randen. Deze wordt gebakken van bloem, melk, eieren, boter, zout en gist. De bodem wordt gevuld met verse of gedroogde vruchten, zoals kruisbessen, kersen, pruimen, appel, frambozen, aardbeien of abrikozen. Ook kan de bodem worden gevuld met pudding of rijst. Op een oorspronkelijke Limburgse vlaai wordt nooit slagroom gespoten. Vlaaien zijn heel anders dan andere taarten, omdat de bodem van een ander soort deeg is gemaakt. Vlaaideeg is een stuk luchtiger en lijkt meer op brooddeeg.

Bewaar- en serveertips
Limburgse vlaai dient op een koele plek bewaard te blijven, maar liever niet in de koelkast. Hierin wordt de vlaai droog en te koud om te eten. Een kelder of een koele, niet verwarmde ruimte is beter. Tijdens het eten dient de vlaai op kamertemperatuur te zijn. Een vorkje is niet nodig bij de consumptie van een Limburgse vlaai. Als een echte Limburger neem je liever een vlaaipunt vast bij de korst tussen duim en wijsvinger. De andere vingers ondersteunen de vlaai. Je begint bij de punt te eten en eet zo naar de korst toe. Eet smakelijk!

Limburgers zijn niet zuinig. Van een vlaai met een doorsnede van 28 centimeter worden gemiddeld zo’n zes tot acht punten gesneden. Tijdens verjaardagen en op feesten eten de gasten ook gemakkelijk drie tot vier verschillende stukken vlaai. Zes tot tien vlaaien per verjaardag zijn in Limburgse gezinnen dan ook geen uitzondering.
Vlaai is een Germaans woord. Het komt van het Middelnederlandse ‘vlade’, dat platte koek betekent. Oude kookboeken vermelden bij de recepten van vladen alleen vullingen, geen deeg. Het kan zijn dat een vlade slechts een gebakken vulling was. Ook is het mogelijk dat het deeg zo overbekend was dat men dit niet meer opnam in de receptuur.