Allergie of intolerantie
De begrippen voedselallergie en voedselintolerantie worden vaak, ten onrechte, door elkaar gebruikt. Hieronder volgt een korte uitleg.
Voedselallergie
Mensen met een voedselallergie reageren altijd op (sporen van) het eitwitonderdeel van het betreffende voedingsmiddel. Het afweersysteem herkent dit eiwit niet en gaat er antistoffen tegen maken. Mensen met een voedselallergie kunnen zeer acuut en heftig reageren op zelfs het kleinste spoortje van het eiwit waarvoor zij allergisch zijn.
Voedselintolerantie
Een niet-allergische voedselovergevoeligheid wordt voedselintolerantie genoemd. Iemand kan bijvoorbeeld als gevolg van een lactose-intolerantie melksuikers door een enzymtekort niet goed verteren. Hierbij ontstaan vaak maag-darmklachten. De hoeveelheid van een product die klachten veroorzaakt, verschilt vaak van persoon tot persoon maar ligt over het algemeen hoger dan bij mensen met een voedselallergie.
Voorbeeld
Bij iemand met een allergie voor tarwe reageert het afweersysteem op een specifiek eiwit uit de tarwekorrel. Denkt u allergisch te zijn voor tarwe maar verdraagt u speltbrood prima, dan heeft u naar alle waarschijnlijk geen tarweallergie, maar een intolerantie voor tarwe. Hierbij is het afweersysteem niet betrokken. Voedselallergie komt bij slechts twee tot drie procent van alle volwassenen in Nederland voor. De cijfers voor voedselintolerantie liggen vele malen hoger.